Gerrit Breeman directeur van de woningbouwcorporatie Volkshuisvesting te Arnhem is stellig. 'Een woningbouwcorporatie is er voor huishoudens die zich niet of moeilijk op eigen kracht een koopwoning kunnen veroorloven'.

We lopen van zijn kantoor, prachtig gelegen aan de Rijn, langs een klein bedrijventerrein. 'Kijk', wijst hij, 'dat hebben wij 10 jaar geleden gekocht. Het was nog de tijd dat je als corporatie trachtte grondposities te verwerven. Wij deden dat echter niet primair als beleggingsobject of investering in vastgoed'. We slaan de hoek om en daar ligt een piepklein sociaal woonbuurtje ingeklemd tussen bedrijven. Gerrit Breeman vertelt dat de aankoop toentertijd vooral bedoeld was om voor de eigen huurders voorwaarden voor een aangenamer woonklimaat te scheppen. We kruisen de buurt, verbazen ons over de rust en beslotenheid en stuiten na het poortgebouw op een grote ontsluitingsweg. Aan de overzijde rukt een bouwproject op. Uiteindelijk zal het kleine jaren twintig buurt, de Rijnwijk, plaats moeten maken voor nieuwbouw, echter wel langs lijnen van geleidelijkheid.

b2ap3_thumbnail_vhv2.jpg

Gerrit Breeman vertelt dat Volkshuisvesting 14.000 woningen in bezit heeft. Hij vindt dat corporaties er niet voor woningbezit op zich of vastgoed exploitatie zijn. Van belang in de oorspronkelijke doelstelling van sociale woningbouw is dat het om bieden van woonruimte aan kwetsbare groepen in de samenleving gaat. Huishoudens die een woning kunnen kopen, behoren niet tot de doelgroep van de woningcorporatie.

Inmiddels lopen we het rijksmonument het Van Verschuerpark binnen. Ook van Volkshuisvesting. "Een zware restauratie" zegt Breeman. 'Alle woningen moesten in de authentieke, soms zelfs scheefstaande, staat worden teruggebracht'. Het intiem omsloten plein oogt prettig en voorstelbaar is dat bewoners hier lang willen blijven wonen. De kleur van de kozijnen is met zorg en historisch besef uitgekozen en Gerrit verzucht dat deze restauratie hem financieel zwaar op de maag ligt. We lopen om het project heen en zetten koers richting zijn kantoor. We spreken over de parlementaire enquete woningbouwcorporaties en een mogelijke toekomst van de sociale verhuurders.

Corporaties dienen zich te richten op die mensen die geen woning kunnen kopen, herhaalt Breeman. En, hij wil wel een stap verder gaan. Voor corporaties is bezit geen 'heilig moeten'. Wanneer huurders collectief verzoeken een complex over te willen nemen, is dat voor Breeman bespreekbaar. Woningbouwcorporaties moeten zich niet opstellen als vastgoedbeheerders maar als ondersteuners van minder draagkrachtige huishoudens. Corporaties behoren bij te dragen aan het woongenot van deze categorie huurders en te accepteren dat bewoners op een gegeven moment kunnen verzoeken om eigendom en/of eigen beheer. 'En daar' zo besluit Breeman, 'gaan we dan met elkaar over praten zonder dat ik nu al precies weet hoe die overdracht plaats zou moeten vinden'.