Wie kent niet de geur van Zwitsal? Voor menigeen doet de zachte geur zoete herinneringen herleven aan eigen jeugd, kinderen of kleinkinderen. Warme zomerdagen, vrolijke kinderstemmetjes, een kindertijd die oneindig lijkt te duren. Zwitsal produceert al decennialang poeders, shampoos en lotions in de bekende gele flacons. Maar heb je je ooit afgevraagd waar al dat zachte geel vandaan kwam? Ik in ieder geval niet. Voor Apeldoorn lag dat anders. Daar werd het bedrijf in 1920 opgericht en families hebben er generaties lang gewerkt.

In het najaar van 2016 bezocht ik voor het eerst het Zwitsalterrein. Ik ben direct onder de indruk van de verstilde schoonheid. Strak modernistische na-oorlogse architectuur, geel/bruin metselwerk, stalen raampartijen, het houtwerk blauw en dan weer groen geverfd. Het is vroeg in de ochtend op een doordeweekse dag en het terrein ligt er nog stil bij. Ik heb een afspraak met Henry Huiskamp, stedenbouwkundige en ruimtelijk strateeg bij de gemeente Apeldoorn en tevens het geweten en het geheugen van het Zwitsalterrein. We treffen elkaar in het kader van een bijeenkomst die ik aan het voorbereiden ben.


 
Tot de jaren zestig was het terrein alleen van Zwitsal, daarna kwamen de fusies. Met onder andere Akzo. En dat verklaart ook de verschillende kleuren. Zwitsal verfde het houtwerk groen, Akzo azuurblauw. In 2011 werd de productie stopgezet en sloot het terrein aan de Vlijtseweg haar deuren. De gemeente Apeldoorn kocht het terrein en de gebouwen in het kader van de herinrichting en vernieuwing van de omliggende Kanaalzone op en daarmee brak een nieuwe fase voor het Zwitsalterrein aan.

Henry Huiskamp leidt me rond. We kijken even om de deur bij de theaterschool en de Foenix kringloop. Daarna lopen we een evenementenhal binnen, de hal is zo goed als leeg, de avond ervoor was er een evenement en de opruimploeg rust net even uit. Rondslingerende bierkratjes doen tijdelijk dienst als koffietafeltje. Bij het E-kart center en het indoor Skate park zijn de deuren nog gesloten. De ambachtelijke brouwerij gaat ook pas later op de dag open. Ik kan me voorstellen dat ik daar graag een keer een biertje wil pakken.



De gemeente wil op dit terrein een nieuw evenementengebied laten ontstaan. Organisch gegroeid, maar tevens gestimuleerd door de gemeente. De gebouwen worden verhuurd, de gemeente blijft eigenaar en huurders en gemeente bepalen gezamenlijk de uitstraling van het terrein en de gebouwen en de wijze van uitstalling. Het zonlicht straalt die ochtend overal uitbundig naar binnen. De meeste wanden zijn met tegels bedekt en aan het stof in de voegen en naden is de tijd afleesbaar. Op een van de muren in een leegstaand pand is een gedicht geschreven.



Eigenlijk begon de start van de nieuwe toekomst in 2013, vertelt Huiskamp. Toen gingen de deuren in het kader van de Open Monumentendag tijdelijk open. De stad heroverde het terrein en er ontstond interactie. In 2015 hebben we het nieuwe gebiedsprofiel en bestemmingsplan vastgelegd waardoor de weg werd vrijgemaakt voor een meer organische ontwikkeling. Met de ‘bewoners’ die toen al op het terrein waren gevestigd hebben we richting gegeven aan de toekomst waarbij vrijheid, flexibiliteit en kansen de ruimte moeten krijgen. Voor het profiel van het terrein hebben we Maken, Spelen en Beleven en op termijn Wonen als pallet vastgesteld.



Dat klinkt allemaal heel goed. Maar hoe gaat dat dan in de praktijk? Dat heeft op de eerste plaats tijd nodig, vertelt Huiskamp. Maar het gaat vooral om de wil en het vertrouwen hier samen iets te willen bouwen. Dit terrein heeft niet alleen de huidige gebruikers en ons als gemeente geraakt, ook de bevolking. Dit is een stuk Apeldoorn waar we ongelofelijk trots op zijn. Het is een deel van wie we zijn. We ontwikkelen hier dus niet iets kunstmatigs, we integreren hier een deel van onze geschiedenis. En natuurlijk gaat het om de juiste mix van bedrijvigheid die voldoende inkomsten en publiek weet te trekken. Samen moeten ze het hier immers voor elkaar krijgen. En het gaat snel. Als ik nu al zie wat we in deze korte periode hebben bereikt. En blijft natuurlijk ook heel bijzonder dat wij als gemeente verhuurder en daarmee tevens aanjager zijn. Maar we geloven hierin.

Inmiddels ben ik een paar keer op het Zwitsalterrein terug geweest. De eerste kennismaking smaakte naar meer. Apeldoorn heeft paleis het Loo en een winkelimago. Voor het overige wordt de stad door de meesten als saai en duf afgedaan. Maar ik ontdek steeds meer pareltjes in Apeldoorn, waaronder het Zwitsalterrein. Ontwikkelingen kunnen heel snel gaan. Het zou zomaar kunnen dat dankzij de komst van dit nieuwe verblijfsgebied de beeldvorming over Apeldoorn gaat kantelen.

Op 13 april is de GSRO te gast op het Zwitsalterrein. Erbij zijn