Het is voor intimi geen geheim dat ik van enige deining, opschudding in de natuur gecharmeerd ben. Anders is het zo stil, leeg en lijkt natuur zo zonder doel te zijn. Daarom vond ik het wel vermakelijk onlangs te vernemen dat het Nationaal Park De Hoge Veluwe halverwege jaren dertig vorige eeuw bijna de bestemming autorace circuit had gekregen.

De geschiedenis is een vat vol tegenstrijdigheden en de afloop laat zich niet voorspellen. Maar terug naar het Nationaal Park. Ik vind het prima dat ik voor de toegang geld moet betalen. Je betaalt 8 euro of zo en je bent vervolgens van alle sores af. Het geeft mij het veilige gevoel dat deze natuur enigszins bewaakt wordt en dat het groen niet geheel aan zichzelf wordt overgelaten met alle buitensporige consequenties van dien. Ergens heb ik een diep geworteld verlangen naar rust en contemplatie, maar het liefst in de vorm van een decor. Zodat je zeker weet dat je er zo weer uit kunt stappen. Ooit vertoefde ik een tergend lange 3 uur in het Yosemite Park in de VS. Ik begreep dat mensen daar èn een toegangsprijs voor betalen èn bereid zijn daar het tentje op te slaan op het gevaar af in de nacht bezocht te worden door een hongerige beer Angstaanjagend! Nee, over natuur moet niet lichtzinnig worden gedacht en je moet zelfs een nationaal park niet onbezonnen betreden

b2ap3_thumbnail_krol3.jpg

Maar, -----mooi dat het Nationaal Park De Hoge Veluwe dit jaar 80 jaar bestaat. Een mooi en veilig concept. Een jachtgebied, waarvoor de eigenaar Kröller uit Hongarije herten en wilde zwijnen bestelde die op het voormalige station Stroe werden aangevoerd. De ree werd geïmporteerd uit Appelscha, later kwam er voor de gezelligheid nog een moeflon bij. Een komische noot is dat het terrein zo grof weg tussen Hoenderloo, Otterlo en Schaarsbergen geschikt moest worden gemaakt voor de jacht. De Nederlandse Heidemaatschappij adviseerde om het gebied te bebossen en de aanwezige heide spoorloos te laten verdwijnen. Hoe een naam je op het verkeerde been kan zetten! Maar ja, Kröller sloeg dat advies in de wind en liet bebossing achterwege. De 'onmetelijke’ heidevelden zijn ten tijde van het nationaalsocialisme nog wel bedreigd omdat de Wehrmacht hout nodig had. Ook vond annexatie van een deel van het park plaats voor een militair vliegveld bij Deelen. 

Vervelende malligheden die de aandacht niet moeten afleiden van een andere belangrijke kwestie, namelijk die van de kunstcollectie van mevrouw Helène Müller, de eega van Anton Kröller. Deze Helène verzamelde kunst en zocht een plek, ver van de bewoonde wereld, om haar collectie tentoon te stellen. Gelijkertijd ging het met de Veluwse bezittingen niet goed. De economie bevond zich in een recessie, van de jacht kon niet worden geleefd. Het was noodzakelijk voor het park gelden aan te trekken. Via de Nederlandse Uitvoer Maatschappij, ja ja, werd er publiek geld in het landgoed gepompt. Een transactie zo op het eerste oog, die wel eens niet kon deugen. Maar het resultaat was dat De Hoge Veluwe werd ondergebracht in een Stichting en dat met een zwaai van de toverstaf de bouw van een museum met publieke middelen werd verbonden aan de overdracht van de fraaie kunstcollectie van mevrouw Müller aan de Staat der Nederlanden. En zo hadden we plotsklaps een particuliere Stichting op de Veluwe in het leven geroepen met overheidsgeld voor de export. 

b2ap3_thumbnail_krol2.jpg

Een vrolijke kwestie en daarom betaal je entree voor het Park. Ook voor een 'publiek goed in private handen' zoals hier de natuur, moet wel eens worden betaald. Ik juich het toe dat rondom arealen natuur zo nu en dan een hek staat. En dat van de bezoeker een bijdrage wordt gevraagd. Met toegang tot dit park koop je uiteindelijk een verwarrend, complex en meeslepend verhaal. En waarom zou je daarvoor niet gewoon betalen. Natuur is ook een vorm van beleving, net zo als een pretpark en er lijkt geen plausibele reden te zijn om natuur te idealiseren of op een voetstuk te zetten en uit te zonderen van entreegeld. Maar het mooiste vind ik toch wel dat door de verkering van Kröller en Müller er vlakbij mijn woonplaats, zelfs grotendeels op het grondgebied van mijn gemeente, een wervende combinatie natuur en cultuur is ontstaan. Het is de ultieme list om natuur van een bedoeling te voorzien, een bedoeling die veel verder strekt dan de waarde van natuur zelf. Cultuur, architectuur zijn meer dan uitstekende metgezellen van natuur.


Voor wie meer wil lezen over natuur en Nederlanders kan ik het prachtige boek “Het Bedwongen Bos’ van Dik van der Meulen aanbevelen. Met liefde voor komische details en met een ontspannen kijk op de relatieve betekenis van natuur.