Vroeger, nog niet eens zo lang geleden, kwam hij altijd in beeld. Rijdend vanaf Arnhem naar Nijmegen, na een knik in de weg, zag je de Stevenskerk. Zo'n 800 jaar geleden gebouwd en sinds de aanleg van de N325 een vertrouwenwekkend baken aan de horizon. Maar vroeger is voorbij. 

Sinds een jaar staat er een nieuw hotel, bij station Lent. Op het eerste gezicht geen staaltje van eigenzinnige of bijzondere architectuur. Dat was waarschijnlijk ook niet de bedoeling. Met de auto ben je er snel voorbij, maar op een sombere dag blijft toch iets hangen van de grijsheid die doet denken aan gebouwen in buitenwijken van Warschau of Boekarest. Toch prijst de architect het gebouw aan als "een ensemble, dat zich voegt in de omgeving, ruimte maakt en speelt met transparantie en reflectie". Ik moet toegeven, dat was me ontgaan.

Tijd dus voor een nadere kennismaking. Na eerst wat achtergrond informatie te hebben gelezen ("de verfijnde en sprankelende kozijnen en panelen vormen een interessant contrast met de robuuste steen in de gevel") ben ik op een mooie dag op de fiets gestapt, op zoek naar de kracht van dit ontwerp.

 

Maar al schijnt de zon nog zo lekker en is de lucht nog zo blauw, vanuit de verte weet het gebouw mij niet te overtuigen. Het blijft grauw. En het is streng vormgegeven. Maar wat het meest opvalt is dat het hotel met de rug naar de N325 gekeerd staat. Een aarden wal onttrekt de parkeergarage en de afvalcontainers aan het oog. De 30.000 automobilisten die dagelijks voorbij rijden zien welke functie het gebouw heeft, dat staat er met grote letters op, maar ze zullen zich afvragen waar de entree zit en hoe je er komt.
 
Dichterbij gekomen ontdek ik de hoofdingang, een kleine opening in de zuidelijke gevel aan de zijde van station Lent. Daarnaast ligt de parkeergarage op de begane grond en op de verdieping. Op de architectenplaatjes ziet het er mooi uit, in werkelijkheid is het jammer dat deze functie niet onder het gebouw gestopt is.

Maar is zie ook positieve kanten. Het hotel is vanwege de hoogte een blikvanger bij station Lent en is dus ook goed bereikbaar met de trein. En de gevels zijn van dichtbij veel minder grijs dan ik had verwacht. De baksteen bestaat uit een schakering van diverse tinten en er zijn verbijzonderingen in het metselwerk te zien ("de gemetselde penanten van een lokaal geproduceerde baksteen laten een gevarieerd beeld zien in diepte").

 

Helaas zijn die fraaie elementen zo subtiel dat je ze van een afstand niet ziet, het zal de meeste voorbijgangers ontgaan. Wat ze echter niet zal  ontgaan, is dat de Stevenskerk niet langer het baken van Nijmegen is. Komende vanaf Arnhem, na de knik in de weg, zie je nu... dit hotel. Ik ervaar het als een gemiste kans dat het gebouw niet een overtuigend icoon is geworden. In deze vorm had het beter aan de andere zijde van station Lent gerealiseerd kunnen worden. De wetenschap dat de Stevenskerk er over 800 jaar nog wel zal staan, in tegenstelling tot deze nieuwe blikvanger, kan dit gevoel slechts ten dele verzachten.