Een oproep tot bezinning of wat tegenwoordig wel ‘omdenken’ heet. Waarbij de focus weer komt te liggen op een samenleving die voor elkaar zorgt en elkaar letterlijk en figuurlijk de ruimte gunt om zijn of haar bijdrage aan het geheel te leveren. Waarbij de vraag wordt gesteld of de vrijkomende plattelandsruimte moet toekomen aan de lokale bewoners of speeltuimte is voor de alsmaar uitdijende grootstedelijke behoeften.

Dit bord is zo’n stille getuige van beleid dat bijdroeg aan de crises van 2008, de boer zijn land ontnam en de bank een flink stuk rijker maakte. Een stille getuige van denken in eeuwige groei en het vergeten dat winst altijd ten koste gaat van iets of iemand. Voorlopig is de winst in ieder geval dat het landschap nog steeds leeg is en niet volgebouwd met , boerderettes, notariswoningen of andere kitsch uit de catalogus.

Dit bord staat al enige jaren in weer en wind aan de dijk ‘De Oliemolen’ (foto 1 en 2), de stallen zijn inmiddels weg. Op mijn fietsrondje staan er meer van die verkleurde en verweerde borden. Iets verder op bij ‘Het Leuven’ kan je “glorieus wonen” (foto 3) is het glas gesaneerd en sinds kort zelfs enige bouwactiviteit. En als je “stijlvol aan de IJssel wil wonen” kan je terecht aan de Bandijk nabij Lathum en zo zijn er nog veel meer van dit soort plekken te vinden.

Het verlies is nu nog niet echt zichtbaar, maar potentieel ernstig. Een platteland dat zijn agrariërs kwijt raakt, verschraalt en verwordt langzaam aan tot een (agrarisch) bedrijfsterrein, een monotoon landschap gedomineerd door machines, koeien en mais aangestuurd vanuit een ivoren toren nabij Utrecht CS. Niet de boer weet wat goed voor z’n veestapel en land is, maar de ‘markt’ dan wel de bank bepaalt. De grond ontleent niet meer haar waarde aan ‘eigen’ specifieke bodem kwaliteiten, maar is beurswaarde. En is het te koop als ‘aandeel in elkaar’ maar vooral als belegging en ‘winstpakker’.

De aantrekkende groeiende woningmarkt en de gekte die daarbij hoort wordt al weer enige tijd flink opengetrokken door op bonusjagende bankbedienden (deels in staats dienst) en stemmen zoekende politici. Het gaat immers goed met de economie. We groeien weer. Dat de laatste crises weer eens geïllustreerd heeft dat groei altijd ten koste gaat van anderen wordt licht  vergeten.

Nog even en de waanzin van het met z’n allen op een kluitje in de Randstad willen wonen slaat over in een toenemende vraag naar huizen buiten de centrale steden opgestookt door de hypotheek verstrekkers en anderen met $$-tekens in de ogen. Is dat dan erg? Ja, dat is erg want daarmee wordt niet alleen de Randstedelijke luchtbel verder opgepompt ook die in de rest van het land. In eerste instantie zal het leiden tot verkoop van nu al langdurig leegstaand vastgoed. Hier en daar zal nog wel een boerderette of notariswoning worden bijgeplaatst waardoor er weer even werk is, maar ondertussen wordt er niet voor de lokale bewoners gebouwd, zij kunnen het niet betalen. De lokale economie zal verder uitgehollen en de knal zal beslist harder zijn dan die in 2008 op het moment dat ergens in de wereld iemand zijn winst gaat pakken.

Duurzaam en bedachtzaam, aandacht voor elkaar en samenleven willen we  juist nu ontwikkelen. De crisis heeft laten zien dat er veel creativiteit en veerkracht op dat gebied is. Recentelijk nog weer een mooi stuk hierover in Ruimtevolk. Laten we de starters en jongeren die willen starten hier in de rustige leegte hun kansen geven en niet laten wegtrekken. De Ruimte voor Ruimte kavels moeten we niet slijten aan de verre Randstedeling. Plattelanders eerst en regionale binding gaat voor!

Laten we de grond weer inzetten voor de productie van goede en gezonde gewassen, eerlijk vlees en melk, eieren en wat nog meer kan. De bank kan zijn aandeel nemen door af te boeken. Laten we weer gaan betalen voor de producten van het (platte)land en die Ruimte voor Ruimte blijft hier waar soms nog rust, glorieus uitzicht en stilte is.