De kaft is saai, de titel smaakt naar beschuit, toch opende ik hoopvol de analyse van de Rekenkamer Oost-Nederland van het grondbeleid van de provincie Gelderland. De grondmarkt wordt de komende jaren meer een issue voor provincies. Immers, ze krijgen er het natuurbeleid en de aankoop perikelen van de Ecologische Hoofdstructuur pardoes bij. Gemeenten verdwenen inmiddels spoorloos van de grondmarkt, provincies zullen zich er juist meer op gaan manifesteren. En vooraf was ik daar niet helemaal gerust op en na lezing van de rapportage van de Rekenkamer ook niet. De zeldzaam trage en oeverloze lijst met aanbevelingen leest als een telefoonboek en raakt nergens de kern. Af en toe schampt de Rekenkamer even langs een relevant onderwerp, zoals plankosten en 'grond voor grond' principe. Maar het overgrote deel van het rapport bestaat uit 'vrome kwaak'.
Zo luidt de slotconclusie van het rapport 'dat het met de grondverwerving in Gelderland vaak maar niet altijd goed gaat' (sic). Na deze bijtende analyse komen er een zestiental aanbevelingen. In deze aanbevelingen komen termen voor als 'verbeteren, onderbouwen, nakoming, zakelijke benadering, meer aandacht voor, grondverwerving soms integraler aanpakken' ........... En oh ja, transparant. Transparantie tot je er scheel van ziet.
Ik denk dat het allemaal steviger moet en minder ambtelijk. Provincies worden belangrijke spelers op de grondmarkt. Aanleidingen voor grondverwerving zijn de realisatie van infrastructuur en de ecologische hoofdstructuur. Minder dan gemeenten hebben provincies een traditie in het onderhouden van een eigen grondbedrijf. Aankopen van de provincie zijn relatief veilig omdat de grondprijs wordt bepaald op basis van een reeds overeengekomen bestemming en het aankoopbedrag direct wordt afgeboekt. Er is dus nauwelijks sprake van anticiperende aankopen of oplopende rentelasten vanwege uitstaande leningen. Als dat zo zou blijven voegt het rapport van de Rekenkamer weinig meer toe dan zeer algemene noties over bestuurlijke verhoudingen Gedeputeerde Staten, Provinciale Staten, rekenschap en verantwoording en ..............transparantie.
Mocht het echter zo zijn dat provincies het gat gaan vullen dat door vertrek gemeenten en het Rijk op de grondmarkt gaat ontstaan, dan is dit rapport van de Rekenkamer Oost-Nederland volstrekt onvoldoende. Dan zal er lering moeten worden getrokken uit gemeentelijke ervaringen met actief en passief grondbeleid, anticiperende aankopen, normering van de eigen plankosten, opbouw van een grondexploitatie, risicomanagement. Nu dit in het rapport van de Rekenkamer ontbreekt , zou ik de grondmarkt niet met een gerust hart overlaten aan de provincies. Het lijkt op het verstrekken van autosleutels en whisky aan tieners.
Luuk Oost is eigenaar directeur van weinigwoorden