Zoals iedereen weet die Velp een beetje kent: er is een mijlengroot verschil tussen het “rijke” Velp Noord en het “arme” Velp-Zuid. De spoorlijn vormt de grens. De Kerkallee is de eerste straat die ten zuiden van en parallel aan het spoor loopt. Op een kaart van rond 1920 heet hij trouwens nog gewoon Kerklaan. Volgens het bestemmingsplan is het één van de oude kerkwegen, die het (oude) centrum verbindt met de vroegere landgoederen Ommershof en Larenstein.
Ook de zeer ruime voortuinen hebben iets merkwaardigs, maar misschien komt dat omdat wij representatieve voortuinen ontwend zijn. Soms zijn de tuinen verdwenen achter hekwerken en onder plaveisel waarop ruim geparkeerd kan worden.
De huizen variëren sterk in grootte en kwaliteit: er zijn gave en goed onderhouden huizen, maar ook panden in verval. Nog opmerkelijker is het, dat de huizen, die op het eerste gezicht een enkele villa lijken te vormen met een entree in de middenpartij, bij nadere beschouwing een (drie)dubbel huisnummer hebben. Uit een enkele aan het eind van de 19e eeuw verleende bouwvergunning voor een dubbel woonhuis (nrs. 33-35) blijkt dat deze splitsing van meet af aan de bedoeling was. De echte ingangen bevinden zich aan de zijkanten.
De huizen hebben een zekere, zij het niet al te eenduidige stijl. Laten we het maar op eclectisch houden. Bij een aantal keren zwarte luiken, balkons en pleisterwerk terug. Een ander is meer in de chaletstijl met fraai bewerkt houtwerk. Misschien wel het meest opvallend is een groot, grijs pand met speklagen en een wat plompe klokgevel. Hier is onder andere een architectenbureau gevestigd. Ook hen is het bijzondere van deze locatie blijkbaar niet ontgaan.
Hoe heeft deze menging van kleinburgervilla’s en bedrijvigheid kunnen ontstaan? Het eerdergenoemde bestemmingsplan meldt, dat het oude gedeelte van Velp-Zuid al in de 19de eeuw bebouwd was met woningen van vaak slechte kwaliteit. Er zit in de paar vergunningen die ik tegenkwam wel zo’n 15-25 jaar tussen de villabouw en de bouw van werkplaatsen. Zo de straat tijdens en kort na de bouw al enige “stand” had, dan is die door zijn ongunstige ligging teloor gegaan. Het lijkt er op dat de kleinburgerij is gaan ondernemen met goedkope arbeidskracht om de hoek. In zijn gedateerdheid en vreemdheid blijft het in elk geval een fascinerende plek.
Dit is het tweede blog uit de reeks Grensgebieden. Je leest hier meer over deze reeks. De eerste blog heeft de titel Hoog en laag en gaat over Arnhem.