GSRO blog
Voorbij de wijkmonitor: het DNA van Lindenholt
De Nijmeegse stadsdelen Dukenburg en Lindenholt zijn kinderen van de laatnaoorlogse vernieuwingsgedachte. Gebouwd in een tijd waarin de soberheid van het modernisme plaats moest maken voor de geborgenheid van de Forumbeweging. Woonerven als ordeningsprincipes voor nieuwe woonwijken, waarin de auto geweerd zou worden als rust verstorende factor in het woongebied. Een ideale suburbane omgeving voor jonge gezinnen. Tegenwoordig krijgen deze wijken juist veel kritiek. De kleinschaligheid uit de jaren zeventig verwordt tot een nachtmerrie voor de automobilist, het vele groen in de wijk stimuleert een gevoel van onveiligheid en de individualisering van de samenleving degradeert de sociale betekenis van het woonerf. Kortom, geen fijne gebieden om in te wonen. De vaak in zichzelf gekeerde focus van deze stadsdelen doet de rest: wie er niet hoeft te zijn, komt er niet.
Een blik op de wijkmonitor van de gemeente Nijmegen laat een tekortkoming zien waar meer gemeenten mee kampen. Door een vaste set aan criteria (opleiding, gemiddeld inkomen, werkloosheidspercentages etc.) te nemen en elke wijk in Nijmegen langs deze meetlat te toetsen, wordt weinig tot geen aandacht geschonken aan het unieke karakter van elk onderzoeksgebied. Dat elke wijk andere sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen bezit wordt geheel geschaard onder de noemer ‘leefbaarheidsindex’. Het gevolg is een gebrek aan ruimte voor het tonen van unieke kwaliteiten per wijk, waardoor wijken met een mindersociaal-economisch profiel lager scoren op het gebied van leefbaarheid. Elk aspect van leefbaarheid weegt vervolgens even zwaar in een uiteindelijke score en dat strookt niet met de realiteit. Een groene leefomgeving weegt in wijk X zwaarder dan in wijk Y, zoals winkelvoorzieningen dat voor andere wijken kunnen doen. Hier valt niets van terug te zien in de wijkmonitoren. Uiteraard genieten deze cijfers waarde zolang wijken met elkaar worden vergeleken, maar er is geen ruimte om elke wijk vanuit haar eigenheid te zien. In een wijk die slecht scoort op de leefbaarheidsindex, kunnen immers toch tevreden mensen wonen. Dit maakt de Nijmeegse wijkmonitor onvolledig.
Uit het buurtplatform Lindenholtklinken in deze context positieve geluiden. De Dag van Lindenholt is al jaren een doorslaand succes. De vele voorzieningen in de wijk, het vele groen en water en het kindvriendelijke karakter van de buurten worden door buurtbewoners vaak geprezen. Bovendien zijn ter vergelijk nergens in de Waalsprong zulke ruime woningen te vinden tegen een zulke lage prijs.Daarbij kan leefbaarheid verschillen per buurt of zelfs per straat. Er gebeurt ondertussen veel in Lindenholt. Inwoners nemen gezamenlijk het initiatief voor onderhoud van de vele groenstroken in de wijk. Ondertussen wordt er een ‘boekenboom’ geplant: een openbare boekenkastwaar inwoners boeken kunnen (uit-)lenen volgens het principe ‘voor wat, hoort wat’. De komst van een wijkatelier wordt daarnaast een kloppend hart voor de diverse bevolking in de wijk. In dit centrum, gezeteld in een voormalige basisschool in Zellersacker, komen diverse groepen uit Lindenholt bijeen.Denk hierbij aanjongeren, senioren met of zonder zorgbehoefte, ZZP’ers en maatschappelijke kwetsbare wijkbewoners.Deze maand is dit experiment gestart: bij succes krijgen meer Nijmeegse wijken een wijkatelier.
Dergelijke breed gedragen wijkinitiatieven impliceren dat Lindenholt ‘leeft’. Volgens de leefbaarheidsindex van de gemeente Nijmegen scoort Lindenholt op diverse punten onder het gemeentelijk gemiddelde. De in zichzelf gekeerde focus van het stadsdeel en de diverse politiemeldingen in de wijk doen de rest. Onbekend maakt onbemind. Vanuit de wijk zelf klinken echter positieve geluiden. Het is aan de gemeente om deze identiteit centraal te stellen in haar wijkbranding. Met minieme investeringen kan op basis van dit wijk-DNA een woondynamiek in gang wordengezet. Denk aan onderwijsprogramma’s in de wijk, opzetten van buurtwebsites, apps met leuke plekjes in de wijk (zoals de ‘ommetjes-app’ van Bureau Stroom) en buurtactiviteiten. Het wordt tijd dat ambtenaren de wijk in gaan. Praten met bewoners, ondernemers, zorginstellingen, woningcorporaties en onderwijsinstellingen. In die identiteit ligt de kracht van de wijk. Niet in de meetlat die de leefbaarheidsindex heet. Een jaarlijkse wijkkaravaan zou alvast een stap in de goede richting zijn. Dit DNA is de basis voor het aantrekken van nieuwe bewoners.
Reacties