Er is kunst na de crisis en bovenal in Gorssel

Als je terugkijkt is het allemaal heel snel gegaan. In 2012 kwam de omvangrijke collectie realistische kunst van Dirk Scheringa – die een paar jaar daarvoor failliet was gegaan - in handen van de zakenman Hans Melchers. Scheringa had iets met Noord Holland, Melchers met de Achterhoek. En anno 2015 stond daar zomaar een groot museum in Gorssel. Met nog een dependance op komst in Ruurlo, speciaal voor de werken van Carel Willink, toe maar!

Waar de meeste dorpen de afgelopen decennia hun voorzieningen hebben zien vertrekken, is Gorssel (3800 inwoners) altijd in staat geweest geweest een aantrekkelijk en levendig dorpscentrum met een aantal speciaalzaken in stand te houden. En dat kan nu eigenlijk alleen nog maar beter gaan. Het moet je maar gebeuren dat je horecaondernemer of galeriehouder bent en gevestigd in het centrum van Gorssel en ineens verschijnt daar een prestigieus museum in je voortuin dat hordes volk trekt. 

Kunst is dan ook het nieuwe toverwoord in Gorssel. Een horecaondernemer tegenover het museum heeft een meters breed bord voor het bordes staan met de “Thee, ijs, lunch en kunst”. Een galeriehouder heeft een verwijsbord op een strategische plek geplaatst en naast More staat een mega paneel met een afbeelding van een werk van de kunstenaar Lussanet. Naar de bedoeling ervan is gissen, er staat geen enkele mededeling bij, maar alles ademt kunst uit. En heel toepasselijk, de wijze waarop het museum in het authendieke centrum is gesitueerd, dat lijkt zelf wel een magisch realistisch werk.

Zijn Musuem More, de Fundatie in Zwolle en het Rijksmuseum Twente al wel eens in een adem genoemd? Dat zou best wel mogen. Stuk voor stuk musea die laten zien dat Oost Nederland niet alleen de moeite waard is om te bezoeken als je landelijke rust zoekt, maar ook een substantieel kunstaanbod met nationale uitstraling te bieden hebben. Dan kunnen we Amsterdam ook een beetje ontlasten, want daar is het veel te druk.